okt 23

Kaart van het Hoendiep van Groningen tot Hoogkerk anno 1732

De kaart is een afbeelding van de landen onder de schepperijen Westerstadshamrik en Hoogkerk (gedeeltelijk). In weerwil van zijn stedelijke connotatie behoorde de Westerstadshamrik in administratief opzicht voor het grootste gedeelte tot het dorp Hoogkerk. De kaart is aan de bovenzijde beschadigd. Als gevolg daarvan is een deel van de informatie in de cartouche (m.n. de verwijzing naar letters) in de lucht komen te hangen.
Uit de tekst valt op te maken dat het onderhoud of de verbetering van de Lege Weg de primaire aanleiding was tot het tekenen van deze kaart. In hoeverre de aanleg van een nieuwe polder onder Vinkhuizen (’t Bedykte Landt) de tweede aanleiding was is onduidelijk. Deze polder zal rechtstreeks op het Hoendiep — sinds 1654 de trekvaart naar Dokkum en Leeuwarden — zijn gaan afwateren. Het Kliefdiep of Vinkemaar moest om die reden om de noordelijke dijk van de nieuwe polder worden gelegd. Het grootste deel van dit hamrik behoort sinds 1797 tot de polder (vanaf 1857 het waterschap) De Oude Held. Het land ten noorden van de `Soomerweg’ (ongeveer de latere Protonstraat) en ten westen van het Reitdiep behoorde tot het dorpsgebied van Hoogkerk.
De op de kaart aangegeven datering (1722) moet op een vergissing berusten. Teijsinga was in 1722 niet ouder dan zestien jaar en werd pas op 6 juni 1730 door de senaat van de Groninger Academie als ingenieur en landmeter aangenomen (Noordhoff, Aantekeningen, 42). We nemen aan dat Teijsinga deze kaart in 1732 vervaardigde. Waterstaatkundig behoorde het gebied bezuiden de Leege Somerweg’ (Lege Weg) of Woltgraft tot de schepperijen van Hoogkerk en Westerstadshamrik. De grens tussen beide schepperijen lag bij het zuid-noord lopende deel van het Klijfdiep (klijf of klief = zijl), dat via de mandelige Rode Klijve naast het Tolhuis op het Hoendiep afwaterde. Beide schepperijen behoorden vanouds tot het Aduarderzijlvest.
De hoofdafwatering van Hoogkerk en Westerstadshamrik (vanaf 1797 ruwweg de polder De Oude Held) verliep overigens in westelijke richting via het boven aan de kaart aangegeven Klijfdiep naar de in 1561 vermelde Groote Klijve aan het Aduarderdiep. De landerijen ten noorden van de Woltgraft hadden sinds dat jaar hun afwatering via de Noorderklijve of Maersdam bij Waschhuis, eveneens op het Aduarderdiep. Deze landen werden naderhand verenigd tot de polder De Jonge Held.
Langs het Reitdiep liep de `Gemeene Wagenweg’, na 1830 de Friese Straatweg geheten en her en der staan langs dit water kalkovens ingetekend. De Woltil lag op de plek waar de Woltgraft of Lege Weg de Oude Maar richting Noorderklijve kruiste.
De kaart toont voorts twee (voormalige) borgen. Tegenover Hoogkerk stond de als Elgersma aangeduide borg Elmersma en langs de Lege Weg (op een plek ten oosten van de tegenwoordige splitsing van de Edelsteenlaan-Diamantlaan) het in 1379 door het Heilige Geestgasthuis te Groningen gekochte steenhuis Hoyting(ehuis) of Hoitumheerd met een eendenkooi. Net als het Hoytingehuis verdwenen het Groote en Kleine Vinkhuis in de jaren-1960 onder de bebouwing van de wijk Vinkhuizen, ter plekke van het Vinkhuis. Geheel onder aan de kaart is de bij de ontmanteling van Groningen verdwenen Kranedwinger zichtbaar. Het water van het Hoendiep eindigde destijds op enkele tientallen meters voor de A-poort en werd in tegenstelling tot het Reitdiep niet de stad ingeleid.

Ter informatie
Kaart van het Hoendiep van Groningen tot Hoogkerk uit 1732, van Hendricus Theijsinga. Noord is rechts. Halfweg ligt nu rond de aansluiting van de Soomerweg aan het Hoendiep, ter hoogte van de “vijfde paal”.

  • Vervaardiger: Hendricus Teijsinga, 7 juli 1722 (moet waarschijnlijk zijn: 1732)
  • Locatie: Hoogkerk (Westerstadshamrik)
  • Schaal: 1:9600 Schaal
  • Afdruk: 1:18.200
  • Formaat: 46 x 38 cm
  • Orientatie: het Noorden is rechts
  • GAG-nummer: 131